Vanaf die dramatische astma-aanval in 1891 monitoren zijn ouders voortdurend zijn gezondheid. Zijn bezorgde moeder wordt een waakzame kloek die haar zoon opdraagt om nauwkeurig nota’s bij te houden over zijn slaap, zijn lichaamsfuncties, zijn eetlust en spijsvertering. Marcel ontwikkelt een levenslange quasi-obsessieve zelfanalyse van zijn gedachten en gevoelens in de hoop de oorsprong van zijn ellende te achterhalen en te kunnen remediëren. Op zijn 14-15de jaar dreigt dit dermate uit de hand te lopen dat hij er zijn favoriete leraar Monsieur Darlu over aanspreekt in de hoop dat die hem erbij kan helpen. Het antwoord van meneer Darlu is onbekend. Men mag aannemen dat die jaren van zelfanalyse en monitoring niet enkel als een zelf opgelegde emotionele foltering aanvoelen bij de overgevoelige puber, maar dat dit tevens de vruchtbare bodem vormt voor de diepe inzichten in de psyche en menselijke interacties die de steunpilaren zullen vormen voor zijn kathedraal, de RTP.
Vader, de grote specialist in hygiëne in al zijn vormen en toepassingen bekijkt het meer van de praktische kant: als zijn zoon de discipline kan opbrengen om een geregeld leven te leiden, een degelijke studie kiest met later een bijhorend respectabel beroep, zijn moeder hem minder verwent en hun te innige band wat losser maakt, dan is hij ervan overtuigd dat zoonlief over zijn astma zou ‘heengroeien’ (een pedagogische misvatting die tot in de jaren 60 van de twintigste eeuw nog behoorde tot de volkswijsheid). Quod non, helaas. Hierover een kleine epistemologische kanttekening: is de symbiotische moeder-kindrelatie de oorzaak van de astma of schept de angstaanjagende en levensbedreigende astma een innige band? De kip of het ei? Men kan zich afvragen of het niet normaal is dat een moeder een kind dat zo ziek is uit alle macht wil beschermen.
Moeder is tegelijkertijd even streng in haar eisen en verwachtingen van Marcel (slordig geschreven brieven verscheurt ze) als dat ze meegaand is wanneer Marcel zijn fysieke klachten inzet om zijn zin te krijgen.
Is Marcel Proust een verwend kind? Uiteraard! Kan Marcel Proust zich als een kleine tiran gedragen om zijn zin te krijgen? Uiteraard! Maakt hij van zijn secundair ziektegewin gebruik gedurende zijn hele leven? Uiteraard! Maar hij is zo lief, teder, aimabel en dankbaar dat iedereen zijn tirannieke kuren en grillen accepteert en het hem vergeeft. Dat zal zo zijn leven lang zo blijven. Amor vincit omnia et omnes.
Al bij al gaat het met zijn gezondheid redelijk (toch in vergelijking met de jaren die zullen volgen), dermate zelfs dat hij tussen zijn 17de en 23ste levensjaar relatief gespaard blijft van astma-aanvallen. Zijn liefdesleven verschuift gaandeweg van verliefdheden op meisjes naar een exclusieve interesse in jongens. Zijn onzekerheid ontaardt in plakkerig en eisend gedrag waarmee hij zijn vrienden eerder afstoot dan aantrekt. Enkel zijn intelligentie, charme, sprankelende conversaties en grote belezenheid redden hem van totale isolatie.
Geef een reactie