10- Proustaversen 

De RTP is een ondoordringbare mist zonder plot of verhaallijn, het komt van nergens en het gaat nergens naartoe. Heel het werk is een woordenbrij van een bedlegerige zieke dandy die de ene pagina na de andere min of meer willekeurig uit zijn penpunt laat gutsen in een ode aan het snobisme en daarbij de niet werkende (‘oisif’) maar ondergaande aristocratie op een impressionistische manier in overdreven detail uitbeent. 

Het boek is een boulemische opeenstapeling van honderden personages waarvan er een groot aantal niet of nauwelijks of in bordkarton geschetst worden en die opgevoerd worden in een onsamenhangende hoeveelheid pagina’s zonder verhaalllijn, plot of structuur. 

De RTP is een gigantisch boek waardoor de lezer onmogelijk kan onthouden wat er allemaal gebeurt en wie wat doet. Dat boek is dan ook nog eens geschreven in eindeloos lange zinnen waar het einde zo ver op de pagina ligt dat je het begin al vergeten bent. De Lezer heeft een landkaart  en kompas nodig om -met veel puzzelwerk en geduld- te proberen er iets van te begrijpen.  

10- Proustofielen 

De RTP is een strak geregisseerde constructie waarvan het eerste en het laatste deel op hetzelfde moment werden geschreven. De openings- en sluitzin waren als eerste klaar. De rest is bijgecomponeerd en het geheel is vervolgens als een kubistische collage6 ‘gefabriceerd’.  

Grote delen van de RTP lopen synchroon met de belle époque en het impressionisme. Veel beroemde impressionisten komen met hun doeken voorbij in de kunstencyclopedie die de RTP is en ze worden ‘geassembleerd’ in het personage van de schilder Elstir. Het impressionistische werken met onafgebakende kleurvlekken die de werkelijkheid als impressie aanreikt is in niets te vergelijken met het precieze woordenpallet dat Proust hanteert.  

In de minutieuze opbouw lopen verschillende verhaallijnen door en langs elkaar. Overkoepelend is de circulaire structuur, die zoals we later in detail uiteen zullen zetten, de facto een Infinity Loop, een Möbius-ring7 vormt: de Verteller wil schrijver worden, wordt daar als jongeling dermate in gefrustreerd dat hij de pen opgeeft en zich in het mondaine leven stort om zich later in de relatie met Albertine te verliezen. De Verteller beseft dat hij hiermee veel tijd heeft verloren en trekt zich jarenlang terug in een instelling. Als hij daar uit komt, heeft hij een epifanie en beseft dat enkel Kunst de verloren tijd kan terug brengen. Hij besluit om eindelijk Schrijver te worden en het boek te schrijven dat de Lezer net uit heeft gelezen. Vanaf de beroemde openingszin ‘Longtemps je me suis couché de bonne heure’ wordt de Lezer in de maalstroom van ontwikkelingen meegezogen tot hij 3200 bladzijden later, het boek afgerond weet met de woorden -dans le Temps. Wat tussen 1909 en 1913 begon met twee boekdelen, eindigt in 1922 in zeven verweven boeken die tesamen het Proustiaanse multiversum vormen. 

Waarom zeven delen? Zeven dagen in een week? Zeven noten op een notenbalk? De Pleïaden, de zeven nimfen-dochters, van Atlas en Pleione uit de Griekse mythologie waarvan Homerus reeds gewag maakte? De sterrenhoop ‘Zevengesternte’? Het heilige getal 7 uit de Bijbel dat duidt op volmaaktheid? Zeven letters in MProust? … 

Met de groot(s)heid van de zeven RTP-cantatas wil Proust geen indrukken aanreiken maar wel indruk maken.   

Personages met een verschillende graad van belangrijkheid bevolken het sterrenstelsel dat de RTP oproept. Zonnen zoals de Verteller, Swann, de Charlus, Albertine worden omcirkeld door manen zoals Odette de Crécy, Mme ‘La Patronne’ Verdurin, La Duchesse de Guermantes, Françoise. Daaromheen cirkelen satellieten zoals la Grandmère, Tante Léonie, Jupien, de Norpois, Legrandin, Forcheville en nog andere mindere goden.  Weer daaromheen cirkelen tientallen passanten, mineure personages die de context scheppen waarin De Tijd -als motor van de Möbius-ring- de hoofdrol speelt.  

En toch is de meest centrale figuur, het zwarte gat waaromheen de galaxie van de RTP een trage wals door de Tijd danst, de Lezer.   

In reality, every reader when he reads, is the reader of himself8. 

Marcel Proust, Le Temps Retrouvé 

De verscheidenheid aan thema’s, de gelaagdheid van terugkerende en steeds veranderende personages, de ritmische afwisseling van lange muzikale volzinnen met korte krachtige tussenwerpsels, induceert een hypnotische trance die de aandacht van de Lezer concentreert. Verrassende en plotse wendingen creëren een ‘inzuigeffect’, zodat de Lezer geboeid blijft om de ontwikkelingen van scènes en personages te ontdekken. Het lijkt overigens alsof de Schrijver Proust zelfs obstakels in de RTP heeft verwerkt om Zijn Echte Lezer te onderscheiden van de dilettant die afhaakt na een te lange zin, een te mistige bedenking, een intertextuele geheimzinnigheid, een gefiligraneerde detailbeschrijving van een avond, etc.  

De beloning is echter groot voor de volhardende Lezer die, zodra hij gewend is aan de muzikale stijl van Proust, zich laat drijven op en in de oceaan van schoonheid. Het is een troost dat niet elke zin, elke kronkel, elke diepgravende essayistische paragraaf, elke intertextuele koppeling in en buiten de eigenlijke tekst doorgrond hoeft te worden om ervan te kunnen genieten.  

Dat dit meesterwerk de menselijke geheugencapaciteit overstijgt, is een geschenk. Bij een eerste lezing ontdekt de Lezer stap voor stap een samenhang en gelaagdheid die zich verdiept naarmate de lezing vordert. Bij elke volgende lezing, ontsluieren zich steeds meer geheimen en dwarsverbanden die als geschenken worden aangereikt en aanzetten om te blijven lezen.  

  • Wie doorzet, zal beloond worden.  
  • Wie blijft doorzetten ontdekt gaandeweg het Proustiaanse universum.  
  • Wie leest en herleest wordt Proustofiel.  

Een Proustofiel zet door en blijft (her)lezen. 

Besluit 

Car ils (les Lecteurs) ne seraient pas, selon moi, mes lecteurs, mais les propres lecteurs d’eux-mêmes, mon livre n’étant qu’une sorte de ces verres grossissants comme ceux que tendait à un acheteur l’opticien de Combray; mon livre, grâce auquel je leur fournirais le moyen de lire en eux-mêmes.  

Marcel Proust, Le Temps Retrouvé 

Pleiade, Ed. Clarac p. 1033 

Zoals het Leven een roman is geworden, zo is zijn Roman zijn hele leven geworden. Marcel Proust heeft alle mogelijke aspecten van zijn leven, zijn relaties, gebeurtenissen, het werk van de Tijd op dat alles in een oceanische cocktail gemixt, op smaak gebracht en vervolgens in een kubistische collage tot een tijdloos chef-d’oeuvre verheven.